BENEDICTIJNSE SPIRITUALITEIT

 

Spiritualiteit wordt ook wel omschreven als iedere vorm die zich bezighoudt met datgene wat te maken heeft met de ziel of de geest. Spirituele mensen geloven dat er meer is dan datgene wat we kunnen zien. De ene omschrijft dit als het Hogere of de Almacht, in de Benedictijnse spiritualiteit wordt er gelooft in God.

Het is ontstaan in de 4de eeuw en tot op de dag van vandaag nog springlevend, met name in kloosters, maar ook zeker daarbuiten!

De regel van Benedictus

Benedictus heeft de Regel van Benedictus geschreven. Rond 529 stichtte hij op de Monte Cassino een klooster in Italië, waar hij zijn Regel voor monniken schreef. Hij had daarvoor twee keer geprobeerd om kloosters te stichten, maar bij de eerste keer stelde hij té hoge eisen aan de monniken, die vervolgens in protest gingen. Bij het tweede klooster stelde hij mildere regels op en richtte vervolgens twaalf kloosters op en gaf de leiding over aan een prior. Van deze twaalf kloosters bestaan er vandaag de dag nog zes. 

De eerste zin in de Regel begint met: “Wie is de mens die naar het goede leven verlangt?” Daarmee kun je zien dat Benedictus een gelukkig leven voor ogen had. Een plek waar je, samen met anderen, kunt genieten van het leven, kunt oefenen om mens te zijn. In die tijd was het gericht op de verschillende deugden, maar bovenal het zoeken naar God en in de andere mens, de Ander te ontmoeten. 

Hier onder omschrijf ik een aantal onderwerpen die te maken hebben met deze inpspirerende kloosterhouding.

Ora et Labora:

dit is een Latijnse uitdrukking die 'bid en werk' betekent. Het motto benadrukt het belang van zowel spirituele als fysieke arbeid in het dagelijks leven, waarbij gebed en werk in evenwicht moeten worden gehouden. Dus balans. Het motto wordt vaak gebruikt om aan te geven dat het belangrijk is om zowel aandacht te besteden aan de spirituele ontwikkeling als aan materiële zaken zoals werk en productiviteit.

Eenzaamheid:

Het uithouden met de eenzaamheid, daarmee worden kloosterlingen toe uitgedaagd. Maar de eenzaamheid is beter te vertalen met innerlijk – zelfgekozen – alleen zijn. Bewust zijn wat er in – en met jezelf gebeurt, in je ziel. Meditatie, contemplatie en stilte zoeken betekent in je eigen hart blijven, bij God blijven. Niet weglopen voor van alles en nog wat om jezelf af te leiden of het de ander naar de zin te maken om jezelf een goed gevoel te geven. Hier is alleen zijn voor nodig, het uithouden met jezelf. Want op die manier  kun je ontdekken wat er in je speelt. 

Stilte:

Stilte speelt een belangrijke rol in het Benedictijnse leven. Het biedt ruimte voor bezinning, het naar binnen keren en het in contact blijven met jezelf en met God. Buiten het klooster kunnen we hiervan leren. Want hoeveel stilte hebben we in ons dagelijks?  Door stilte meer in onze dag te integreren, kunnen we onze gedachten en emoties leren (her)kennen, tot rust brengen en ons openstellen voor diepere inzichten. 

Lectio Divina:

Een belangrijke aspect binnen het kloosterleven is meditatie. Lectio Divina is een vorm van mediterend de bijbel lezen. Wat letterlijk Goddelijke Lezing betekend. Bij Lectio Divina lees je op een trage manier een tekst, laat deze op je inwerken, vraagt wat God tot je wilt zeggen en neemt deze tekst vervolgens mee de dag in. 

Eenvoud:

De Benedictijnse spiritualiteit omarmt een levensstijl van eenvoud. Dit is terug te zien in de omgeving (er zijn met name spullen of kunst aanwezig die een bijdrage leveren aan het leven, al het overbodige is afwezig). Ware vreugde komt tenslotte voort uit het tevreden zijn met wat we hebben. Maar ook een eenvoudige en nuchtere houding, door aandacht te geven aan datgene wat op dat moment aandacht van je vraagt, al het andere kan wachten omdat dit op een ander moment aan bod komt.

Ritme:

In het klooster wordt een ritmisch schema van gebed, studie, werk en rust gevolgd. De gebedsdiensten (meestel 6 per dag) vormen als het ware de ruggengraat van de kloostergemeenschap.  Tussen de diensten door is er tijd voor het eten, ontspanning, studie, werk, etc. Van buitenaf lijkt dit een regime wat zorgt voor beknelling, maar het tegenovergestelde blijkt waar. Want een vast ritme biedt structuur, balans en houvast in het leven. 

 

God

Het belangrijkste in  de Benedictijnse spiritualiteit is de zoektocht naar God. Het doel van het kloosterleven is om God in alles te vinden en het leven volledig aan Hem toe te wijden. Benedictus moedigt alle mensen, niet alleen monniken, aan op zoek te gaan naar God door gebed en meditatie, geestelijke lezing en werk. Op deze manier woont de mens bij zichzelf en wordt hij wie hij is.

Zo woont de mens met zichzelf: wordt hij wie hij is. Benedictus wil een “oefenschool stichten voor de dienst van de Heer”. Daarbij gaat het om het inoefenen van een levenshouding van ontvankelijkheid voor God die er ten diepste in bestaat “steeds in gedachten te houden wat God bevolen heeft”. Deze levenshouding is gebaseerd op het inzicht “dat God altijd aanwezig is in het binnenste van onze gedachten”. Het leven in Gods aanwezigheid vraagt om innerlijke en uiterlijke aandacht. Deze inspanning beoogt “de liefde van God te bereiken, die volmaakt is en de vrees buitensluit”. De inkeer betekent niet dat de buitenwereld genegeerd wordt. Integendeel: de verheldering van het innerlijke oog maakt de mens scherpzinniger om Gods aanwezigheid in de medemens te ontwaren en hem met de passende eerbied te bejegenen. En leidt zelfs tot respect voor alles wat bestaat. Daarom zegt Benedictus tot de econoom van het klooster dat hij “alle gerei en bezit van het klooster moet beschouwen als vaatwerk dat aan de altaardienst gewijd is”.

De Benedictijnse spiritualiteit laat zich kernachtig samenvatten in deze ene zin: “Keer u af van het kwade en doe het goede, zoek de vrede en jaag hem na.” De toeleg die deze levenshouding vraagt typeert Benedictus als een ‘geestelijk ambacht’. Het vergt inspanning, maar wel met dien verstande dat de mens zich bewust is dat niet de eigen inspanning, maar alleen de genade van God de mens echt vrij maakt.

 

 

      “Keer u af van het kwade en doe het goede, zoek de vrede en jaag hem na.”

      Benedictus 

      Het klooster leert om te groeien en te bloeien op de plek waar je woont. 

      Esther

      Drie kloostergeloftes

      De Benedictijnse geloften zijn fundamentele toewijdingen die een monnik of mondiaal (non) aflegt bij het intreden in een Benedictijns klooster. Deze geloften zijn naast kuisheid, armoede en zuiverheid, Obediëntia, Stabilitas en Conversio Morum. 

      Obediëntia: 

      betekent gehoorzaamheid aan God, het gezag van de Regel van Benedictus en de oversten van het klooster. Het vraagt van de kloosterling om zijn/haar eigen wil en verlangens ondergeschikt te maken aan het hogere doel van gemeenschap en gehoorzaamheid. Door gehoorzaamheid leren kloosterlingen nederigheid, vertrouwen en overgave aan de wil van God. Dit betekent niet dat de kloosterling hun eigen persoonlijkheid verliezen, maar eerder dat ze bereid zijn hun egoïstische verlangens opzij te zetten en de leiding van anderen te aanvaarden voor het welzijn van de gemeenschap.

       

      Stabilitas: 

      betekent 'standvastigheid' en verwijst naar de toewijding van een kloosterling aan een specifieke gemeenschap en het kloosterleven. Het houdt in dat de kloosterling belooft om zijn leven te wijden aan God en zijn leven door te brengen in het klooster waarin hij zijn/haar geloften aflegt. Deze gelofte van standvastigheid bevordert stabiliteit, toewijding en verantwoordelijkheid binnen de gemeenschap. Stabilitas daagt kloosterlingen uit om problemen en uitdagingen aan te gaan, onder ogen te zien, in plaats van ervoor weg te lopen.

       

      Conversio Morum: 

      wat 'bekering van het leven' betekent, verwijst naar het streven van een kloosterling om voortdurend te groeien in spirituele volwassenheid. Het is iedere dag weer een voortdurende innerlijke bekering en transformatie en het ontwikkelen van deugden zoals naastenliefde, geduld, nederigheid en vergevingsgezindheid. Conversio Morum moedigt de kloosterling aan om elke dag te streven naar kleine stapjes ter verbetering, om te leren van je fouten en gelukkig. Ieder dag geeft een nieuwe kansen om te groeien.